Op 14 april gedenkt Heino de bevrijding.
Heino-online een inwoonster van Heino gevraagd haar belevenissen te vertellen. Zie hier haar verhaal.Het persoonlijk verhaal van mevrouw Dina Hogeman Duteweerd over haar belevenissen tijdens en vlak na de oorlog.
Het gezin Duteweerd woonde voor de oorlog aan de Kanaaldijk zuid op nr. 1 aan de vroegere Dalfserweg bij de Kluinhaarbrug tegenover de familie Beltman.
Vader was brugwachter, boer, handelaar in manden en turf. Vroeger werd het wel “Post Kluinhaar” genoemd. Het overijssels kanaal werd toen nog druk bevaren door o.a. turf- en suikerbietschippers Om precies te weten hoe mevrouw Hogeman hoorde dat er oorlog was moest zij erg terug in haar geheugen, zij verteld dat zij op 10 mei druk bezig de keukenkastjes een voorjaars beurt te geven toen haar zuster Mina huilend thuiskwam met de mededeling dat het oorlog was. Mina die werkte toen bij de familie T. Offenberg die een boerderij aan de Zwolseweg in Heino hadden.
Het leven leek even op te houden, de hele familie ging om de tafel zitten om te praten. Het werd dan ook snel duidelijk dat het om Duitsers ging die Nederland de oorlog verklaard hadden. Zelf hadden ze niets gemerkt van vliegtuigen of dergelijke. Het duurde dan ook enige tijd voor zij de eerste Duitse soldaat te zien kregen. Tot eind juni ging Dina tot april 1945 gewoon naar de Mariaschool en nadien naar de naaischool in Raalte bij de nonnen. Zij fietsten als een van de weinigen nog met luchtbanden naar school in Raalte.Men mocht ook geen vlag meer uithangen. Gevolg was dat men alternatieve manieren uitvond om toch aan te geven dat men
voor Oranje was. Dina gaf aan dat zij met haar vriendinnen klompen droegen. Zij droeg witte klompen, de andere weer blauwe en rood. Met rood-, wit-, en blauwe klompen liep men op straat en men kon hier niets tegen ondernemen. In de buurt was niets bekend over onderduikers, wel kwamen er geregeld Duitse soldaten langs die wel belangstelling hadden voor het vee of het paard en de wagen. Vader Willem Duteweerd had hier echter iets op verzonnen. Hij had een medicinaal drankje van de veearts bij de beesten staan en als men weer eens dacht iets te kunnen halen gaf hij aan dat de beesten een besmettelijk ziekte hadden en zeker niet geschikt waren voor consumptie.