DALFSEN – De Staartmees is in ons land een stand-, en zwerfvogel. Ze bouwen van korstmossen een ingenieus, ovaal koepelvormig, nest. Met een klein vlieggat iets aan de onderzijde. Hun voorkeurshabitat is loof-, of gemengd bos met een weelderige ondergroei op een vochtige bodem.
Swarte Klyster
DALFSEN – Merels broeden in een groot deel van Europa. Nederlandse Merels zijn overwegend standvogel maar een deel trekt weg in westelijke of zuidwestelijke richting. Het is een schoolvoorbeeld van een nature schuwe bosvogel die zich in de afgelopen twee eeuwen ontwikkelde tot een succesvolle cultuurvolger.
De natuur van Oudleusen ontwaakt
Omkearde Wylpebek
DALFSEN – Het voorjaar staat voor de deur en dat betekent “de blik omhoog”. Want miljoenen vogels trekken straks weer in grote zwermen door de lucht.
Kwekkereend
DALFSEN – De Zomertaling, een van onze meest kritische weidevogels, een bijzonder storingsgevoelige soort. Voelt zich steeds minder thuis in een landschap wat door agrarische monocultuur wordt gedomineerd. Het is de enige eend waarvan de gehele populatie overwintert in tropisch Afrika.
Pielsteert
DALFSEN – Sommige vogelnamen bestaan uit een eigenschap en en zelfstandig naamwoord. Zaagbek, Roodborst en Kruisbek zijn daar voorbeelden van. Het eerste deel van de naam verwijst naar een vorm, kleur of deel van het lichaam. Zoals ook de Pijlstaart. Deze slanke eend heeft een kenmerkende lange spitse uitlopende staart. Deze “pijl”vormige staart leidde tot de naam van deze soort. Uiteraard is de hierboven genoemde streeknaam ook hiervan afgeleid.
Lentezangertje
DALFSEN – De zon schijnt, de temperatuur is aangenaam en de eerste vogelzang is al te beluisteren. Dikwijls is reeds in de vroege winter de kenmerkende roep van de Tjiftjaf – de eerste van z’n winterverblijfplaats terugkerende zanger – in ons land te horen.
Hij wordt op die reden ook Lentezangertje genoemd.
Jos Scholten doet het al 40 jaar!
DALFSEN – Veel Dalfsenaren weten dat Jos Scholten een grote vogelkenner is. Hij kan heel veel vogels herkennen en niet alleen door ze te zien, maar ook aan hun gezang.
Storm Cock
DALFSEN – Wie niet op zwaluwen kan wachten, vindt in de Grote Lijster een echte voorjaarsbode. Zittend in de top van een boom brengt deze zijn luide zang al tegen het einde van de winter ten gehore. De soort komt voor in nagenoeg geheel Europa. Onze broedvogels overwinteren in eigen land maar een gedeelte van de populatie trekt weg, vaak over korte afstand maar ook tot diep in Zuidwest-Europa.
Weer veel bezoek op de voerplek
WELSUM – Zoals elk jaar heb ik weer een plekje waar de vogels gevoerd worden, en de bezoekers worden ieder jaar meer lijkt het wel. Zo zijn er dit jaar weer veel meer pimpelmezen dan voorgaande jaren. Ook nu vooral met deze sneeuw is de belangstelling weer heel groot en gevarieerd.
Vlammende ooruil
DALFSEN – Velduilen zijn echte nomaden, die worden aangetrokken worden door hoge dichtheden van woelmuizen. In Nederland geboren vogels kunnen zich op enorme afstanden vestigen en omgekeerd kunnen Scandinavische en Russische Velduilen in ons land opduiken.
Sluuswachter
DALFSEN – De ijsvogel is bij uitstek de thermometer vogel voor streng winterweer. In ons land zijn strenge winters bepalend voor de grootte van de populatie, omdat vorstrijke winters dodelijk zijn voor deze viseter.
Boodschapper
DALFSEN – Kraanvogels zijn boodschappers van vrede, geluk, symbool van wijsheid, gezondheid, loyaliteit en een lang leven. Incidenteel in onze gemeente te spotten. Opletten dus, want met het spotten van een kraanvogel komen misschien uw wensen uit.
Bokje
DALFSEN – Met ca 18 cm zijn bokjes de kleinste snippen. Ze hebben een sterke voorkeur voor moerassige gebieden waar ze meestal onzichtbaar blijven voor vogelaars. Wanneer ze worden benaderd drukken de bokjes zich, houden zich volkomen stil en vallen zo weg tegen de achtergrond. Meestal vliegen ze onverwacht vlak voor je voeten op om enkele tientallen meters verder weer in te vallen.
North West European Flyway
DALFSEN – De bovengenoemde Flyway is een trekroute die jaarlijks door meer dan 100 mln vogels wordt gebruikt en die loopt van de broedgebieden in Canada, Groenland, IJsland en Noord-Europa en verder naar zuidelijk Afrika. Het is een van de acht belangrijkste vliegroutes die door steltlopers en kustvogels worden gebruikt.
Waterkraai
DALFSEN – De meerkoet ontbreekt in Europa alleen in het uiterste noorden en op IJsland. Hij komt voor in allerlei voedselrijke wateren die niet te klein moeten zijn en liefst een goed ontwikkelde oeverbegroeiing en onderwatervegetatie hebben. Maar de soort neemt echter ook genoegen met bijvoorbeeld kale stadsgrachten.
Nederlandse Meerkoeten blijven deels in eigen land; de wegtrekkers gaan naar Zuidwest-Europa. Noordoost-Europese vogels vullen de blijvers in de winter aan.
Odevare
DALFSEN – De ooievaar is tegenwoordig weer een normale verschijning in ons land. Jonge ooievaars trekken in de herfst allemaal weg, van de volwassen vogels doet dit ongeveer twee derde. Ze volgen de westelijke trekroute en overwinteren op het Iberisch Schiereiland of in West-Afrika. (zie AnimalTrack.nl) De rest overwintert in Nederland.
Gogge
DALFSEN – De meeuw is voor iedereen een bekende vogel, te vinden op het strand, langs de grote rivieren of rond plekken waar mensen voedsel laten slingeren. Zo geïntegreerd in onze cultuur dat de variëteit in soorten bijna niet opvalt. Maar eigenlijk zijn het unieke vogels, met elk jaar en elk seizoen een nieuw palet aan kleedkenmerken. Het op naam brengen van een soort is soms een echte uitdaging.
Bloemspecht
DALFSEN – De Grote Bonte Specht is een algemene broedvogel in Nederland. De soort geeft de voorkeur aan oudere loofbossen met hier en daar naaldbomen maar wordt ook aangetroffen in pure naaldbossen. Ze zijn erg lawaaierig en opvallend, vooral als hij in maart-april op dorre takken roffelt. Later bedelen de grote nestjongen luidruchtig vanuit de nestholte.
Strandje
DALFSEN – De in Nederland voorkomende Drieteenstrandlopers stammen uit broedgebieden in Groenland en Noordoost-Canada. Ze overwinteren deels op de zandstranden van West-Europa en deels voor de kusten van West-Afrika. Het zijn zeer energieke vogels die in razende vaart foerageren, heen en weer tussen het schuim en de golven van de branding, waar aangespoelde kreeftjes en schelpdieren worden opgepikt.
Winterliester
DALFSEN – Grote aantallen Kramsvogels van Noord-Europese herkomst overspoelen ons land in trektijd en winter. Ze zijn overal in het land te vinden, vooral op graslanden en bedragende struiken in zowel natuurgebieden als stedelijk gebied. De herfsttrek loopt van september tot ver in november.
Moeznjager
DALFSEN – De torenvalk is de algemeenste valk van Nederland en de enige met een roodbruine bovenzijde en contrasterende zwarte “handen”. Is de helikopter onder de valken, die met snorrende vleugels meestal zijn prooi al “biddend” zoekt door stil in de lucht te hangen.
Zeevalk
DALFSEN – Het grootste deel van de Europese visarenden broedt in Scandinavië en Duitsland. Deze populatie decimeerde in de jaren vijftig en zestig door grootschalig gebruik van landbouwgif, maar herstelde spectaculair vanaf de jaren tachtig. Europese visarenden overwinteren voornamelijk in tropisch Afrika, waarbij de jonge vogels terugkeren naar de broedgebieden zodra zij volwassen zijn.
Skelvink
DALFSEN – De vink is een van de algemeenste en meest verbreide broedvogels in Europa. Hij nestelt in allerlei bossen en boerenland mits gestoffeerd met heggen en boomwallen maar ook in bebouwde omgeving met voldoende bomen.Ze broeden tussen april en juni en produceren gemiddeld 1-2 legsels.
Grote Hertog
DALFSEN – In de eerste helft van de 20e eeuw verdwenen Oehoes, met name door vervolging, uit grote delen van Europa. Betere bescherming en succesvolle herintroductie, ondermeer in de Eifel, leidden tot een keerpunt in Duitsland. In het kielzog daarvan koloniseerde de Oehoe vanaf de jaren zeventig Luxemburg, Wallonie en Nederland.
Swarte Tjirk
DALFSEN – De in Nederland voorkomende Zwarte Ruiters zijn afkomstig uit het noorden van Scandinavië en Noord-West Rusland. Ons land ligt aan de noordkant van het overwinteringsgebied, dat zich uitstrekt tot aan een brede gordel bezuiden de Sahara. Het is een doortrekker in april-met en juli-september.
Bewoner van zonneroosjes
DALFSEN – Graszangers broeden in Europa vooral rond de Middellandse Zee. Noordwaardse expansie van broedareaal is vanaf begin twintigste eeuw bekend. In Nederland is het een zeer schaarse broedvogel. Het eerste broedgeval in 1974, en met horten en stoten bestaat de huidige populatie uit ca 40 paren.
Egretta Garzette
DALFSEN – De Kleine Zilverreiger broedt in Europa voornamelijk in de zuidelijke helft. Nederland, waar de soort mogelijk in de Middeleeuwen broedde, raakte jaarlijks bezet sinds 1994. Ze blijven relatief zeldzaam met ca 75 paren per jaar. Ze nestelen bij voorkeur in moerasgebieden met ondiep water.
Dagslaper
DALFSEN – De nachtzwaluw broedt in bosrijke gebieden in Europa en Azië, uitgezonderd in streken met koudere winters. In de schemer wordt gejaagd op nachtvlinders en vliegende kevers. Onze nachtzwaluwen keren vanaf eind april terug uit de overwinteringsgebieden, die ten zuiden van de Sahara liggen.
Readkop-ein
DALFSEN – De krooneend is een schaarse, maar toenemende broedvogel in Nederland met ca 400 broedparen, vooral in de westelijke helft van het land. In 1942 voor het eerst (formeel) broedend in aangetroffen. Ze hebben duidelijke voorkeur voor niet te diep water, met kleine eilandjes met moerassige randen en insectenrijke oevers.
De blauwe kiekendief
DALFSEN – Een mooie vogel. Vroeger werden kuikens kiekens genoemd vandaar z`n naam. De kiekendief is een roofvogel uit de familie van de havikachtigen. Het vrouwtje is groter dan het mannetje. Mannetjes zijn effen blauwgrijs en de ogen en poten zijn geel.
Metselaar
DALFSEN – De eerste boerenzwaluwen arriveren in Nederland in de maand april en vertrekken in september weer naar tropisch Afrika. Vanaf juli verzamelen grote aantallen, soms vele duizenden, op hun gemeenschappelijke slaapplaatsen.
Liek-oele
DALFSEN – De steenuil is een karakteristieke soort voor het kleinschalig halfopen agrarisch landschap. Deze soort is gevoelig voor de intensivering en schaalvergroting van het agrarisch gebruik van hun leefgebied. Na een sterke daling lijkt de populatie op de zandgronden van Oost-, en Zuid-Nederland te stabiliseren.
Het plaatsen van nestkasten is hiervoor cruciaal.
Griffioen
DALFSEN – De vale gier is meestal vliegend te zien, zwevend boven bergkammen of hoog door de lucht glijdend, vaak met meerdere tegelijk. Foerageert op karkassen, soms met honderden te gelijk.
Klein Tuin-ekstertje
DALFSEN – Ruim 100 jaar geleden broeden Bonte Vliegenvanger voor het eerst in Oost-Nederland. Met de aanplant en het ouder worden van het bos breidde de soort zich uit over ons land. Het is een weinig schuwe, actieve soort en zeer behendig in hun jachtvlucht op vliegende insecten vanaf een zit post