De eerste sigarenfabriek in de gemeente Dalfsen - Foto: Historische Kring Dalfsen
Foto: Historische Kring Dalfsen

De eerste sigarenfabriek in de gemeente Dalfsen

Tot 1800 werden in Nederland sigaren uit Brazilië, Cuba, Engeland en Spanje ingevoerd. In 1826 begon een Duitse fabrikant een kleine sigarenfabriek in Kampen. Na 1850 stond in de grotere plaatsen in Nederland minstens één sigarenfabriek of thuismakerij die zich vooral bezig hield met de plaatselijke markt. Zij verkochten hun sigaren aan lokale winkels, op de markt en gingen persoonlijk bij de boeren op het platteland langs.

 

De sigaar werd snel populair: er was geen extra (rook)gereedschap voor nodig – zoals bij pijptabak – en bestond voor honderd procent uit tabaksblad, dat bijna helemaal bruikbaar was. De sigarenindustrie was heel belangrijk in de 19e eeuw, ook omdat de sigaret nog niet was uitgevonden. De eerste sigarenfabrikant in de gemeente Dalfsen was de 18-jarige Gerard Hendrik Otterman aan de Poppenallee 32 in Emmen. In 1880 richtte hij daar in het huis van zijn vader Wilhelmus Otterman een sigarenfabriek op met een erfenis van zijn grootmoeder. Hij deed goede zaken, want in 1884 kocht hij het pand van zijn vader. Er werkten daar toen 33 arbeiders, zowel van buitenaf als uit Dalfsen afkomstig. In de loop van 1888 werd de sigarenfabriek gesloten en tot 1893 is daar nog een thuismakerij geweest. In het dorp Dalfsen waren ook enkele sigarenfabrieken. Tussen de beide wereldoorlogen verdwenen in Nederland veel van die kleine fabriekjes. De laatste fabriek in Dalfsen aan de Vechtstraat werd in 1954 verkocht.

 

Voor meer informatie kunt u terecht bij de Historische Kring Dalfsen.

Artikel delen: