De Stoom Vrogger

DALFSEN – Een opgenomen verhaal van vrogger, de stoom( Graats) aan het woord op vragen Een verhaal uit een opname van 2 uur op cassetteband eind 80 er jaren vorige eeuw.

Graats gef aan 70 jaar geleden op de Lenther schoele te hebben gezeten bij de Olde bakker.

De meesterswoning stiet er nog en wordt bewoond door Klink, Ook de schoele stiet er nog. De meester was meester Kampen uit Oude Pekela in Groningen, het was een openbare schoele.

Hier hadden wie geen godsdienstonderwies, doorveur ging wie op dinsdag veur de schoele van de pastoor, dan mochten wie een uur later naor schoele. Catechismus les was det, werd gegeven in een lokaal noast het kerkhof. Hier moesten wie elke week noar toe. Met 11 joar bink annenom.

Zondags hadden wie van half 2 tot 2 uur ook catechismus en dan doarnoa naor het lof. Pastoor Simons det was een “strakke” pastoor. Als wie niet goed ons beste deden, moesten wie tijdens het lof met de handen omhoog voor de communiebank stoan, Now. Now Now.

Gait Koerhuus had ook een keer wat mettemaakt. Die werken soms op afroep bij de ABTB voor 20 cent per uur. Had hij al jaren gedaan, moest altijd direct klaar staan en daarvoor soms zomaar het werk op het land staken om naar Zwolle te fietsen en schepen te lossen. Tijdens een vergadering van de ABTB had Gait gevraagd of dit niet naar een kwartje per uur kon. Maar de pastoor was het daar niet mee eens en zei dat dit een “biechtpunt”voor Gait zou worden. De Pastoor zat namelijk in het bestuur van de ABTB. Na pastoor Simons, hadden we pastoor Bloemen, die was veel zachter, dan nog van Dijk en Steenkamp, ook een hele fijne man.

Zelf heb ik vrogger bie Fakkert ewerkt van af 19 joar, ik verdiende F 11,- per week, maar met eigen kost, elke dag van 6 uur s’morgens tot s’avonds 7 uur, zaterdags van 6 tot 11 uur s’avonds en zondags eerst s’morgens 2 koeien melken, 7 uur naar de kerke, dan om 3 uur lof en na het lof weer de 2 koeien melken. Later verdiende ik F 13,- per week. Een gewone knecht had in die tijd F 300,- per jaar.

Mijn vader werkte ook bij Fakkert voor F6,- per week en verder thuis om een paar koeien en het gezin te onderhouden. Hij reed op de vrachtwagen die je al van verre zag komen met een hele grote rookwolk, kon je al zien dat de Stoom er aan kwam. Klanten zeiden, door komt de stoomboot, zo roken als die deed, Foy foy foy

We waren thuis met ons vijven, Willem Gerard en i k( Graats) en va en moe natuurlijk

Willem is op 24 mei 1937 op 24 jarige leeftijd overleden aan een niervergiftiging. Gerard is nu 7 jaar dood.

In 1937 zijn we begonnen met het zagen van bomen. Toen met een stationaire motor op een wagen en een paard er voor, net een stoommachine. Die ging van Tjonke tjonke tjonke…. Zo gingen we brandhoud zagen bij de boeren en vooral ook stro hakselen in de wintermaanden. Zelf hadden we ook nog de boerderij erbij, hooien, rogge maaien, mesten ed op 12 ha land

We deden loonwerk voor de hele omgeving , druk druk druk, foy foy foy, soms waren er wel 20, 24 of 26 wachtenden zo druk met hakselen, brand houd zagen in de wijde omgeving van Vilsteren Oudleusen, Ankum, Zwolle.Oldeneel, Lierderholthuis, Heino en Lemelerveld, de hele cirkel rond.

F2,50 per uur voor het hakselen inclusief paard en wagen, een 3 wieler op luchtbanden met een stationaire motor voorop en de hakselmachine achterop. De machine liep op benzine, een motor van 4 of 5 pk. Bij de boer aangekomen het paard in de schuur bij de boer, hakselmachine er af, naar binnen op de delle en vastzetten aan bv de achterdeure. Een spieker veur de poten en de lange riem er op en strak zetten. Haver en roggestro voor de varkens en paarden als voer.

Bij een grote boer in Rechteren 4 ha opgeslagen in een grote schuur allemaal hakselen en in de hilde bloazen. Ook vaak hakselen van geperst stroo voor in de kippenhokken gewoon er in bloazen door de deure.

Sommige boeren hadden een eigen hand hakselmachine, det was zwoar werk foy foy foy.

Bomen zagen met een cirkelzage voor de oorlog, allemoal handwerk, dan in stukken zagen en de zaag kon het niet afreiken. Dan maar weer keren en verder zagen. Veel te zwoar. Van s’morgens half 9 tot s’avonds soms wel 10 uur. Die dukke stukken was veel te zwoar veur de rugge. Veel geleden in die tijd. maar goed vet eten en je kon er wel tegen. S’morgens tot 8 uur melken en half 9 pannekoeken eten die dreven in het vet. En daarna naar de boer, altied op pad. Soms zeiden de boeren, He stoom woar is de brand, het moest altijd snel. Hard werken altijd druk druk druk.

Na de oorlog kwam de kettenzaage om bomen neer te halen, stobben liet je altijd zitten. Eerst altijd een stoaldraad kabel in de boom en een lier strak zetten. Dan een grote keep in de boom en de lier aanhalen. Zo ging elke boom plat.

Een verhaal van een 6 tal grote bomen bij Grotenschaars, stonden vlak bij de boerderij. 3 bomen zo neergehaald maar 4e boom zaten er onderaan geen takken waardoor de kabel er niet in kon. Anton Grotenschaars durfde niet in de boom en ik mocht niet van mijn vader.

Alles geprobeerd om met een steen een touw over een tak te gooien maar dat ging niet.

De volgende dag toch vroeg met een ladder er naar toe en er zelf ingeklommen, lang touw mee en naar boven de staalkabel vastgemaakt. Toen weer naar beneden en Anton zag dat en wist dat ik het niet mocht. Maar ik zat er toch al in. Toen naar beneden. Ik had het touw om mijn middel vastgemaakt zodat ik niet kon vallen. Zag daarin geen gevaar en de bomen zo omgezaagd. Wij stonden nergens voor, nergens.

Bij Zwolle in de Waterstege een boom moest om van 150 cm doorsnede. 3 kabels en een lier er in vastgemaakt aan een andere boom. Dieks van de Belt moest de lier bedienen, ik heb een stukje ingezaagd, kwam er een man bij lopen. Moet die oude man de boom omzagen, dat kan toch niet.

Ik was dan wel 70 joar, maar zagen. Een grote keep en uit en Dieks Lieren.. en ik maar zagen. Precies op een mooi plekkie gevallen. We hebben ieders F 100,- gekregen en natuurlijk ook het hout was voor ons. Maar een lawaai als die val maakte het leek wel op de wereld verging bij het kraken van de takken. Het was vlak bij een Jodenkerkhof, die zullen wel gedacht hebben dat de wereld verging, zoveel lawaai Foy foy foy.

 

Graats heeft nog een schrift van 70 jaar geleden met mooie geschreven gedichten.

Cafe de Klakkelaar had ook een tekst op de ramen staan; “Hier aan de dijk, wordt ik niet rijk, voor een klein gewin, lekkere bitter, lekkere klare bij Safeetje Oosterlaar”

Bezembinder gedicht…. Er staan nog veel meer gedichten in dit schrift.

Wordt dit allemoal opgenomen? Ja stiet er allemoal op Foy foy foy Gedicht over “Sikkels klinken, sikkels blinken (van Staring uit Genderingen en Vorden volgens de pastoor) Dan nog een:  Als morgens vroeg t haantje kraait, gaan de boerenmeiden. Met hun kannen blank gepoetst naar de stille weiden. Dan nog “Vrolijk rent ons ijzeren paart de wegen rond…. ( spoorlijn) enz.

70 jaar geleden tot 12 of 13 jaar naar school geweest, leerplicht tot 13 jaar.

Tot september 1916 hebben we gewoond waar nu Westerman woont, hier woonde Derk Middel. Zijn vrouw was van bakker Fakkert van de Hoonhorst. Ons huis is tijdens de bevrijding in 1945 afgebrand. Ik wordt op 2 febr. 80 jaar, mij hele leven werken en anderen voorthelpen

Zat er iemand in nood dan werd de stoom gebeld

Zo zat er in de Marshoek een vrachtwagen met 80 mud jappel tot de as in de modder, was in een gat gezakt waar pas een bergroe was weggehaald. Met de trekker en de lier er op af en er gewoon weer uitgedraaid. Foy foy foy wat een werk.

Op weg naar de Hoonhorst stond in de winter alles blank, de Marswetering kon geen water afvoeren omdat Zuthem veel te hoog lag. Dus hier altijd problemen met het water.

Bij Fakkert heb ik gezien dat de stelling er af vloog en de 2 mensen van Bisschop naar beneden vielen, de enen viel langs de muur en kwam op een molensteen terecht, de andere op harmonica gaas van de kippenren. Die veerde gewoon weer omhoog. Ik liep er net met de kruiwagen langs. Wat een kabaal toen alles naar beneden kwam, Bang..Bang..bang…Mans Kerhuis liep er net onderdoor, de stukken vlogen in de rondte. Ze hadden een ring lostemaakt en niet weer vastgehaakt waardoor die in de stelling vast kwam zitten.

Wat later hadden we een zelfrijdende wagen ging 8 of 9 of 11 km per uur, harder niet, met een stationaire motor er op, zo van de ene boer naar de andere, veel onderweg. De paarden gebruikt tot 1960, toen deden we alles met de trekker, allemaal 2e hands gekocht en opgeknapt, Engelse cormic, Vos, Buldog, Ford, Nuffield, John Deerne, Ferguson enz.

Na de oorlog ook een dorsmachine, alle boeren kwamen naar hier om te dorsen, soms stonden er wel 10 wagens vol te wachten achter elkaar. Druk druk druk.

De motor liep op benzine en dit was niet te koop, konden we 1 liter benzine ruilen voor 14 pond rogge of 10 pond tarwe. Zo gingen we in Zwolle weer benzine halen en rogge of graan inleveren.

Graats tot heden nog weinig van de oorlog verteld.

In de oorlog hebben we veel in het bos gezeten met 1 onderduiker uit Zwolle. Die was een paar jaar hier, maar niet erg gevaarlijk, wel veel controle maar nooit gevonden.

Politie Hollander uit Dalfsen wou ook weten waar de onderduiker zat. Omdat we dat niet deden nam hij een bus melk bij ons van de weg mee en wilde die inleveren bij het melkfabriek in Dalfsen om daar geld voor te krijgen. Maar omdat de bus van Heino was, is hij weggestuurd. Ik heb hem in Dalfsen opgezocht om hem te spreken, maar hij durfde niet aan de deur te komen. Ik heb hem laten weten dat hij de bus weer terug moest zetten op dezelfde plaats waar hij hem had weggehaald., ik heb hem goed laten weten als hij dat niet zou doen, nog niet van mij af was. Hij heeft de bus zelf teruggezet.

Bij een razzia hadden we de onderduiker verstopt achter een wand van de beddestee, maar we zaten zelf ook dan s’nachts op het aardappelveld in een kuil onder het loof of in het bos. We wisten dat als ze ons in handen kregen dat we niet levend terug kwamen. Ze hebben veel gezocht maar ons nooit gevonden.

Smokkelen van eieren nar Zwolle, eieren waren niet te koop en het was bijna Pasen. We hadden een jas gemaakt met heel veel zakken aan de binnenkant, zo op de fiets naar Zwolle, heel voorzichtig lopen op het Kerkbruggie, zodat de jas niet tegen de leuning kwam. Bij de klant aangekomen wilde die graag eieren. We haalden er eerst 15 te voorschijn, nog maar een bord zei ik, weer 15, nog maar een bord en zo konden we 40 tot 50 eieren in een keer afleveren.

Ook rogge en tarwe op de fiets naar Zwolle, samen met Gerard. Zakken achterop en bij Nijhout richting Zwolle. Bij Wijthmen “Stop Controle” De controleurs met 2 man, vroegen wat er in de zakken zat, havermeel zei ik dat mochten we vervoeren, maar de controleurs wilden dat zien. Blief of zei ik en ik had een stuk ijzer in de hand om hem op de vingers te slaan als hij daar aan zou komen. Ook Gerard had een stuk ijzer in de hand. De mensen toch wel wat bang, maar we durfden niet door te fietsen naar Zwolle. Als we in Zwolle zouden komen pakken ze ons op. Dus de Poppenalele op richting Dalfsen, maar de controleurs bleven ons volgen. Bij de Matarm gingen we rechtsaf richting de gracht. Hard praten” als we bij de gracht zijn pakken we ze”, toen zijn ze niet meer achter ons aangekomen en wij naar huis, maar ze mochten niet weten waar we vandaan kwamen. De volgende dag via de Marshoek binnendoor en door weilanden, zorgen dat ze ons niet zouden zien, want dat was veel te gevaarlijk. Toch goed in Zwolle gekomen.

Een verhaal over een dochter van Horstman, die een keer een hand vol zand in de bakkerswagen had gegooid toen ik aan het broodventen was voor bakker Fakkert. Ik heb dit gemeld bij Horstman, de olde Horstman was erg scherp en vroeg Marie of het waar was. Ja zei Marie. Dan de kelder in voor straf en het luik ging open. En laat ik je niet voor vanavond 11 uur horen, want dan kom ik bij je. Horstman was heel scherp voor de kinderen, maar wel heel goed. Ieder is er nu nog dankbaar voor.

Dan in de buurt de jongens van Damman, Meijerink, Nijensteen, Noordman waren aan een diep gat aan het graven bij ons in het bos, gebruikten allemaal palen en platen van hier. Ik zei dat dat niet mocht. Opruimen anders bel ik de politie. Volgende week om 2 uur komen jullie terug. Een week later heb ik ze allemaal terug laten komen en alle hout en plastic en platen eruit, en het gat weer dicht maken. Geen grote mond anders gaat de stok erover. Was veel te gevaarlijk zo’n diep gat. Daarna kwamen ze allemaal bij mij om een hand te geven en excuses aan te bieden.

Winter zestiger jaren, grote sneeuwduinen soms we 2 meter hoog, kon niemand meer door. We moeten een paard uit de sneeuw graven. Zaterdag 7 maart. Dorus Tyhaar kwam bij me of ik Jans Koerhuis een dag wou helpen met het broodventen met mijn paard. Dorus had zelf een klein paardje en ik een grote vos. Ik met Jans mee naar Wietem, bouwlanden en weiden door omdat de wegen onbegaanbaar waren. Het bos door langs Klooster. Jans was zo bang dat hij niet weer terug kon komen, maar ach zei ik als we morgenvroeg maar tegen kerktijd terug zijn is het goed. Maakt mij niet uit als we s’nachts niet thuis zijn. En Jans was zo moe. We zaten een keer vast in de sneeuw en toen naar een boer om met een extra paard er voor de wagen vooruit trekken de Marshoek in en weer terug. Toen nog venten via de Poppenallee naar Wietem, om 12 uur s’nachts waren we weer thuis. Foy foy Foy . Wat was Jans blij dat ik mee was, anders was ik nooit meer thuisgekomen zei hij.

Ook bij Hein van de Bakker, die moest met een stationaire diesel de accu opladen om stroom op te wekken voor het licht, maar die was uitgevallen en dus de stoom gebeld. Op de Hoonhorst was al elektrisch licht maar hier niet. Tot diep in de nacht aan het werk om de motor op gang te krijgen, was net voor de oorlog, maar Hein kon nu weer bakken.

Nadat de Stelling bij Fakkert er af was gevlogen had Hoonhorst net bovengronds stroom gekregen via de Zwarteweg. Maar nu moest Fakkert veel maar en zwaardere stroom. Direct werden de bovengrondse kabels vervangen door zware ondergrondse kabels waardoor de motoren bij Fakkert weer konden draaien.

Bevrijding 12 april 1945

Die dag even naar het land geweest, lag een koe gewond, leeft nog wel, even verder nog een koe kortademig, geraakt door granaatscherven. Bij huis kwam ik een olde motte tegen, die liep buiten en had geen last gehad, maar verder lagen een schaap dood en een paar varkens. Er vielen meer granaten in de buurt. Maar paard en veulen hadden geen last gehad. We zijn met een deur naar het land gegaan en daar de dode koe op gegooid en naar huis gebracht, zo ook de andere. Beide koeien geslacht. Kruiden gehaald en darmen uit Heino, je kon de weg bijna niet over, zoveel Canadezen. 2 ½ pond zout en kruiden per koe en de koeien aan worst gedraaid, wat een fijne worst. Foy Foy Foy wat lekker.

Een kabel van boven in de schoorsteen laten zakken en beneden daar de worsten aangehangen, de hele schoorsteen in de schuur en het huis tot boven toe vol met worst. Na het roken droog en donker opbergen. Er is niets verloren gegaan. 1 koe werd nog door het rijk vergoed, dus we hadden goedkope worst. We kregen een nieuwe koe, maar niet zo’n beste, die hebben we een jaar later weer verkocht.

Na de oorlog hebben we een nieuw huis laten bouwen, maar we gingen er niet in toen die klaar was. We bleven lekker wonen in de schuur en slapen in het stro, waren we zo aan gewend. Mijn vader zei altijd, je moet het eerste jaar je huis laten bewonen door je grootste vijand omdat de kalk en potlandlucht erg slecht is voor de mens. Het 2e jaar kun je hem verhuren aan een goede vriend, dan pas per 3e jaar kun je er zelf veilig in wonen. Dat hebben we ook gedaan. Toen zijn we er zelf maar in gaan wonen. We hebben van alles beleefd

Maar vrogger altijd direct na de schoele broek en buis uut en andere broek aan en aan het werk. Jappel rapen, rogge binden, knollen zaaien en trekken. Alles zo snel als het maar kan.

Moeder was ook druk, s’morgens eerst het huiswerk en dan met de greep de mestwagens laden, altijd werken werken werken.

Mijn vader, de olde stoom, is 91,5  jaar oud geworden

( werkgroep Historische kring Hoonhorst)

Lees hier een eerder geplaatst stoombericht

 

Artikel delen: