Van Derk Jan, Herman, Ab en Johanna

DALFSEN – Als het niet in de nieuwe Rondom Dalfsen stond zou het een mooie vraag in een Dalfser voetbalquiz zijn geweest: wie maakte het winnende doelpunt in de eerste finale van het schoolvoetbaltoernooi in de (oude) gemeente Dalfsen?

Weinigen zullen nog weten dat in 1960 Derk Jan Wennemars uit een corner raak kopte en zo de eindstand in de wedstrijd tussen de Christelijke lagere school Dalfsen (Kleine Veer) en de Openbare lagere school Dalfsen (de Pleijen) op 2 – 1 bracht. Ja, Derk Jan zelf allicht. En Herman Zelle, die weet het ook. Dat is niet vreemd, want hij maakte de gelijkmaker voor de christelijken, nadat Piet Wildvank de openbaren op voorsprong had gezet.
Ach, wat droomden wij op de lagere school van winnen en roem bij het paas voetbal. Daar offerden wij graag onze halve paasvakantie voor op. In één week drie of vier keer vanuit Lemelerveld naar Dalfsen fietsen, dat hadden wij, ook al waren we maar 10 of 11 jaar, er graag voor over. Moet je daar nu eens mee aankomen. Achter de maalderij van Feijen lag een echt veld en er waren kleedkamers. Omkleden, de veters drie keer om de voetbalschoenen (met een knalharde punt) heen draaien en strak strikken en naar buiten. Daar was het veel Zelle wat je hoorde en zag. Pa Zelle, die floot, vlagde, organiseerde en regelde van alles. En dan had hij ook nog zonen die bovenmatig goed konden voetballen. Een zelle kende ik ook wel, wij hadden immers een paard thuis. Met een muziekkorps het veld oplopen voor een finale, nee, dat vergeet ik niet.

Vergeten, dat doet Ab Goutbeek ook niet. De huisprofessor van de Historische Kring weet nog alles uit zijn jeugd in Emmen, vlak bij Huize Mataram. Zijn vader werkte daar ook al, geen wonder dus dat hij de voormalige tuin van Mataram gedetailleerd kan beschrijven. Deze tuin werd een lusthof genoemd. Die naam zou verkeerde suggesties kunnen wekken, het was toch echt allen maar een fraaie siertuin. Wel een zeer bijzondere, met muren er omheen, een vijver, vruchtbomen, veel hagen, planten, kruiden, kassen voor bloemen en druiven en nog veel meer.
Of er ook “nakende eersiens” groeiden weet ik niet. Dat is namelijk een schitterende aanduiding in het dialect van ….. Ja, van wat? Wie het weten wil: lees het artikel en het gedicht met die titel van Johanna van Buren. En u weet dat de “versjes” van haar in ons Sallandse dialect onovertroffen zijn.
Of dat ook geldt voor de doodshemden die de Historische Kring ooit kreeg van Sander van ’t Zand weet ik niet. Ik had nooit iets van die kledingstukken (zijn ze dat wel?) gezien. Grada Bruggeman vroeger misschien ook niet, maar nu wel!
Kortom, bepaald geen doodse Rondom Dalfsen!!

Namens de redactie: Jan Sibelt

Artikel delen: