LEMELE(BERG) – Doch niet alleen de leeuw, ook de ruim 100 deelnemers tijdens een extra excursie van Landschap Overijssel welke zaterdagmiddag tussen 13.00 en 17.00 uur werd gehouden, tijdens mooi winterweer en een temperatuur net onder het vriespunt.
Aangezien de opgave buiten verwachting groot was is de middag in twee delen verdeeld, die elke weer werd opgedeeld in 3 groepen van ongeveer 16 personen. De gidsen waren o.a. de heren Rien Heerdink, projectleider/uitvoerder van het project de Lemelerberg. De heer Mark Sekhuis, ecoloog van Landschap Overijssel, ook betrokken met overleg Landschappen en natuurorganisatie en de heer Hans Dijkstra als beheerder van de Lemelerberg. Onder getekende zat in de tweede groep bij Mark en die vertrok om 15.00 uur. Mark gaf eerst uitleg omtrent het Natura 2000 gebied en de eis die Europa aan Nederland heeft opgelegd om de natuur in stand te houden en daar waar mogelijk te verbeteren. Nederland was al fors op de vingers getikt als gevolg van de grote achterstanden die zijn opgelopen.
Vooral in grondwatergevoelige gebieden is er grote achterstand, aandacht aan juiste bossen is erg belangrijk. Naaldbossen gebruiken teveel water, als gevolg van verdamping. De kwaliteit van planten en dieren neemt teveel af. Het doel is behouden wat je hebt aan planten en dieren. Een groot deel van die bossen moet plaats maken voor de oorspronkelijke heide. De plannen die er nu liggen op de Lemelerberg zijn bijna afgewerkt, maar de kans is groot dat nog meer bos omgevormd moet worden. Er loopt nog een onderzoek in opdracht van Europa van nog 40 ha jong bos.
Vooral heidevelden met elkaar met elkaar verbinden is de opdracht, voor insecten, vlinders, hazelworm en de zandhagedis, die zich niet door bossen kunnen verplaatsen. De Lemelerberg was in de middeleeuwen tot 100 jaar terug vrijwel geheel heide (75%). Pas later ingeplant met diverse uitheemse soorten dennen, fijnspar, grove den, Douglas en dergelijke als productiehout en stuthout voor de mijnen. Een klimaat opdracht is, meer biodiversiteit op deze bijzondere grond, ongeschikt als landbouwgrond, maar waar eeuwen lang vele schaapsherders met hun kuddes liepen. Die waren echter al lang verdwenen, maar gelukkig teruggekeerd. Eiken en beuken worden zoveel mogelijk gespaard.
Er zijn heel wat dennenbossen en opslag verwijderd, doch de provincie heeft de opdracht dat er totaal vele ha nieuw bos moet worden aangeplant elders in de provincie, daar zijn goede afspraken over. Probleem CO2; door het kappen van bossen verdwijnt veel co2, doch het hout wat vrijkomt wordt duurzaam verwerkt en daarmee de schade beperkt. Hout wordt gebruikt al timmerhout. De stobben worden zoveel mogelijk verwijderd en weggefreesd. De bovenlaag (humus) wordt eraf geschraapt, het vrijkomend materiaal wordt geschredderd, gezeefd, kalk toegevoegd en aan boeren geleverd als grondverbetering op de schrale Sallandse landbouwgronden. Dit materiaal kan daar veel water vasthouden en is een verrijking. Op de kale grond wordt na het verwijderen van de humus heidemaaisel gestrooid, wat veel extra zaden bevat, eigenlijk niet nodig omdat er nog voldoende heidezaad in de ondergrond zit. Hierna wordt er kalk gestrooid en steenmeel afkomstig uw steengroeven uit Noorwegen.
Paarse heide is echter niet het doel, vooral variatie in heide, grassen en kruidensoorten is van belang, hier en daar worden speciale kruidenakkertjes aangelegd. De opslag van berken moet om de 3 jaar grondig verwijderd worden, uittrekken is de beste oplossing. Opslag van dennen en douglas gaat mee in een maaibeurt van de heide. Opvallend is dat het bosgedeelte die 2 a 3 jaar terug opgeruimd en de bodem behandeld, nu al veel nieuwe heide zichtbaar is. Ook zijn er weer volop bosbes, pollen gras en kruiden waar te nemen.
We wandelen verder naar “het ravijn” een oud gletsjerdal naar het volgend deel van park 1813. Park 1813 is in 1913 aangelegd door de Nederlandse Heidemaatschappij te herinnering aan het 100 jaar van de Nederlanden. De Leeuw is echter van iets latere datum en volgens de gids gericht op Den Haag, hoewel de meningen daarover verschillen. Het park 1813 is een mengeling van Engelse stijl, kronkelende paden en Franse stijl, veel kaarsrechte paden. Midden in dit park komt een uitzichtpunt en straks kijk je uit over mooie heide vlakten via nieuwe wandelpaden. Vogels als de nachtzwaluw, de bosleeuwerik, hebben hun draai hier weer gevonden, de eerste nesten zijn al in de nieuwe heide of in de speciaal aangelegde oeverwanden waargenomen.
Vandaag was het zicht iets minder, zelfs snel minder. De wandelaars liepen als schimmen, als jeneverbesstruiken, over de open vlakte.
Gericht op de toekomst komt er nog een onderzoek hoe om te gaan met de Kerkweg en de grote parkeerplaatsen. Hoe gaan we om met vooral dit autoverkeer, dat vraagt nog een studie.
Op het eind van deze geweldige excursie stond ons om 16.30 uur een kop heerlijke erwtensoep ons op te wachten.
WvdV