Vroeger was alles beter, veel beter

Vroeger was alles beter, veel beter

DALFSEN – ( ingezonden stuk) Als kind mocht je lekker lang thuisblijven, niks geen gedoe met kinderopvang of kleuterschool.

Je mocht later lekker lopen naar school, nooit geen kapotte fietsen want we hadden geen fietsen.

Tussen de middag geen jakkerende ouders van en naar school, wij mochten lekker overblijven.

De wegen waren voor ons, auto’s waren er zelden te zien, als er iemand met een paard en wagen langs kwam kon je gewoon meerijden, je hoefde niet bang te zijn voor ongure type’s.

Nooit hoefden we boodschappen te doen in een supermarkt, want die waren er niet, de meeste boodschappen werden gewoon thuis bezorgd.

Elke dag lekker verse groenten uit eigen tuin, veel lekkerder en gezonder dan het bespoten half verdroogde spul wat er nu in de winkels ligt.

Aardappels uit eigen tuin en die kon je de hele winter bewaren. Als je nu aardappels koopt in de winkel zijn de eersten na twee weken al verrot.

Appels om te bewaren en pruimen uit eigen tuin, krenten uit het bos om in te wecken en je had de hele winter gezond en lekker eten.

Nooit overlast van water bij harde regen, want de tuin was niet verhard en het water kon overal goed weg. Greppels en sloten zorgden er voor dat het weg kon.

Op vakantie gaan naar een warm land waar het barst van de muggen en ander ongedierte was er niet bij, gewoon een tentje in eigen tuin en eten uit de pot van ma, dat was nog eens vakantie.

Op blikken lopen van groenteblikjes, fietsvelgen om te hoepelen of het maken van je eigen stelten, knikkeren en tollen op het plein, dat is heel wat anders dan nu met die stomme computerspelletjes zitten, je ziet het daglicht bijna niet meer. Pokemon was er ook nog niet gelukkig niet.

Naar de wc gaan was eerder buiten in een thuussie, wel koud en tochtig, maar altijd frisse lucht, later een van de stal gescheiden thuussie, minder koud, minder tochtig en minder frisse lucht. Weer later een closetpot, waarmee het beste van de mens, maar zo met heel veel water werd weggespoeld, gelukkig ging het in de gierkelder zodat het alsnog op het land als mest kon worden uitgereden.

Nu moet alles zo nodig met kunstmest of met helse machines van een mestinjecteur, die veel schade veroorzaken aan de pieren in de grond, alles gaat kapot hiermee. Nu zie je er niets meer van terug door de hoge druk persriolering en verdwijnt het zonder zinvol hergebruik.

Ook kranten werden toen volledig hergebruikt in het thuussie, ze werden in velletjes van ongeveer 20 x 20 cm gescheurd waar je de restanten van het bezoek dan af kon vegen, maar je mocht niet meer dan twee velletjes gebruiken. Later kwamen de rollen closetpapier en probeer het nu maar eens te doen met twee velletjes, ze zijn zo dun dat je soms de krant er door kunt lezen.

In huis sliepen we lekker dicht bij elkaar in twee- of meerpersoonsbedden, soms wel met 5 tot 8 personen op een zolderkamer, bere gezellig en met het eten aan een grote lange tafel waarbij je geen keus hoeft te maken in de vele soorten beleg of groente. Neen gewoon eten wat de pot schaft en dat smaakte veel lekkerder.

Voor je naar bed ging de keel smeren met levertraan, allemaal op de knieën voor de stoelen om de rozenkrans te bidden en het hele gezin was bij elkaar. Nu vliegt ieder van tafel, de een moet naar voetbal, tennis of hockey, de ander achter de computer en je ziet elkaar nooit meer samen.

Als je uit bed kwam snel even een beetje je gezicht wassen in een bak handwarm water waar ook de anderen in gewassen zijn en met dezelfde handdoek afdrogen. Niks dat geplump onder de douche want die waren er nog niet, is ook niets dan waterverspilling. Handdoeken slijten nu door de wasmachine.

Niks elk dag schone kleren aan doen, nergens voor nodig. Als het even kan wel een keer per week in de teil waar eerst de jongsten in gewassen waren, maar je had als laatste veel meer water door het spoelen van alle haren. We gingen heel zuinig om met het pompwater en zeker met het brandhout om het water te verwarmen, daardoor was het in de keuken altijd aangenaam warm, vooral als je een plaats dicht bij de kachel had.

Op zondag allemaal naar de kerk waar drie collectes waren en voor elke collecte kreeg je een cent mee, dat was nog eens delen met hetgeen je hebt. Naar de kerk, zakdoek,  rozenkrans en kerkboek mee, nu ligt menigeen daar te dummelen, als ze tenminste nog in de kerk komen, want ook die lopen leeg. Je mocht vanaf 12 uur in de nacht niets meer eten of drinken als je ter communie ging en probeer maar niet voor te kruipen bij de communiebank. Om dat te voorkomen zijn in alle kerken de communiebanken al weggehaald.

Je maakte je geen zorgen om spouwisolatie of glasisolatie, er was voldoende verversing van frisse lucht, overal bleven de kieren open voor ventilatie. Zonnepanelen?  Neen, toen we nog geen stroom hadden was het wassen met de hand en vegen met een bezem, het laatste ging net ze snel. Waarom een wasdroger als we binnen en buiten overal waslijnen hebben hangen, of op de bleker, droogt net zo goed en veel frisser. Afwassen deden we gewoon samen na het eten, meestal op toerbeurt.

Elke avond bij de petroleumlamp een boekje lezen, als Arendsoog of een Donald Duck en op tijd slapen, neen geen narigheid en ellende van oorlogen op de televisie want die hadden we niet. Elke zaterdagavond met elkaar luisteren naar prachtige hoorspelen op de radio ( op batterijen) en door de week of zondagmiddag kwamen de spelletjes op tafel, dat was nog eens gezellig.

Toen de elektriciteit kwam werd het minder gezellig, overal licht in huis, je hoefde maar aan een knopje te draaien en de lamp sprong aan. Verplicht elke avond televisie kijken op Nederland 1 of 2, meer zenders waren er gelukkig niet. De ellende uit de wereld kwam de huiskamer vanzelf binnen, wat een toestand.

Op verjaardagen bleef de televisie uit en werd een weckfles, pruimen, bessen en/of krenten open getrokken en voor de ouderen een fles Anisette of jonge jenever en de verhalen vlogen over tafel.

Als we van huis gingen werden er nooit deuren op slot gedaan, wie had nu het lef zomaar in een woning van iemand anders te gaan, inbrekers waren er niet, ook nooit gehoord van drugsverslaafden. Op het platteland was het overal gewoon veilig. Je fiets hoefde je nergens op slot te zetten, wie gaat er nu vandoor met de fiets van een ander, zoiets doe je gewoon niet.

Ook in het donker kon je veilig op pad. Ja zelf in het pikkedonker wist je op de fiets zonder verlichting goed de weg. Toen was het nog eens donker, zonder al dat valse licht van kassen, dorpen, steden en overbodige straat en buitenverlichting.

Dan de grote voorjaarsschoonmaak, dan ging al het beddengoed naar buiten om te luchten, de kamers werden opnieuw behangen en alles was weer fris. Nu komt het beddengoed nooit meer in de frisse lucht en opnieuw behangen is er niet meer bij. Kijk maar eens hoeveel troep er nu soms ligt in de slaapkamers. De schoonmaak moet opnieuw uitgevonden worden.

Neen Vroeger was alles beter, konden we de tijd maar even terugzetten.

Artikel delen: