Frederik Prins: Even Terug in het koude Dalfsen

UGANDA – DALFSEN – Alweer ruim 45 jaar werk en woon ik in ontwikkelingslanden, de laatste paar jaar in Uganda. Sinds een paar weken ben ik nu voor een poosje terug in Dalfsen. Weer even wennen! Om te beginnen aan het weer. Ik hou van de zon en van de warmte, en ik vind kou, regen en vooral miezerig weer maar niks.

Maar ik kan er goed tegen. De taal is ook geen probleem: ik ben met Dalfser dialekt opgegroeid en Nederlands is mijn moedertaal; ik vind het heerlijk om Nederlands te spreken, en umme dialekt te proat’n, veural met familie, buur’n en olde bekend’n. En wennen aan het eten? Kom nou, ik ben met aardappelen opgegroeid; dus zal ik mijn leven lang wel piepers blijven lusten. En in Nederland heb je kaas, bruin- en roggebrood, kippesoep en Hollandse nieuwe. Ik mis het daarginds niet, maar kan er in Nederland geweldig van genieten! Soms moet je ook wel eens om jezelf lachen. Jaren geleden stond ik eens, net terug in Nederland, in een etalage te kijken, en hoorde een paar mensen achter mij Nederlands praten. Ik keek verrast om: Nederlands??? Ja maar natuurlijk: even vergeten weer in Nederland te zijn!

De vorige keer dat ik (heel kort) in Nederland was, is een half jaar geleden. Ik kwam aan, precies op de dag dat het openbaar vervoer plat lag. Voor het eerst in minstens 25 jaar kon ik niet met de trein en werd ik met de auto opgehaald van Schiphol. Ik heb mijn ogen uitgekeken tijdens de rit naar Dalfsen. Vanuit de trein was het me nooit opgevallen: wat een wegen, hijskranen, het ene gebouw in aanbouw nog hoger dan het andere, en wat een stroom (vaak nieuwe) auto’s en vooral ook, wat een vrachtauto’s. Wat vervoeren die allemaal? Grote Genade, de ene Nederlander (en niet alleen de spreekwoordelijke boer!) klaagt nog meer dan de andere. Waarom toch?

Dit keer was ik nog geen week in Nederland of de boeren, en daarna de bouwers, en weer even later de onderwijzers en zorgverleners, gingen met z’n allen demonstreren. Als overtuigd sociaal – demokraat moest ik wel vierkant achter hun eisen en verlangens staan, maar deed ik het vol overtuiging? Amper…..

Ook: het racisme stak de kop op en werd aan de kaak gesteld. Zelfs de Goedheiligman en vooral zijn trouwe gekleurde Pieten werden betrokken in het gekrakeel. Het Nederlands elftal, met Wijnaldum en Frenkie de Jong voorop, toonden dat zwart en wit heel goed samen konden spelen. Wacht even, dacht ik, broederlijk samen vierden ze hun doelpunt vóór. Prachtig, prima, geweldig! Maar: hadden ze dat ook gedaan na een doelpunt tégen??? Bij tegenslagen leert men zijn ware vrienden kennen!

Vroeger noemden we iemand met rossig haar “rooie” en iemand zonder haar “kale”. Maar nu mag je een zwarte voetballer geen “neger” meer noemen; hij heet nu “donkere speler”. Prima hoor, ik ben niet donker, wel met een donkere (Ugandese) vrouw getrouwd, en weet hoe het is om gediscrimineerd te worden. In Uganda hoor ik dagelijks “mzungu”, doorgaans is dat leuk want bedoeld als “welcome”, maar soms wordt het gebruikt voor er “gimme money” – “geef me geld” op volgt. Sinds meer dan 45 jaar hoor ik dat, net als profvoetballers die met oerwoudgeluiden geconfronteerd worden. Ik moet me daar uiteraard niks van aantrekken. Nee, natuurlijk niet. Maar toch: discriminatie went nooit.

Wat ook steeds weer moet wennen, is, als je in Nederland terugkomt, dat je even in het centrum van de belangstelling staat, maar de lopende zaken nemen al snel weer de overhand in de gesprekken: omdat jíj thuis gekomen bent komt iedereen samen, maar het lijkt wel dat de buurvrouw in het ziekenhuis, of de koe die midden in de nacht moest kalven belangrijker zijn dan mijn ervaringen op het werk, de markt en sociale kontakten in Uganda, of waar dan ook. Haha, natuurlijk! Lach er om!

Ook hebben de mensen thuis de misvatting dat je op vakantie bent. Dat is maar heel gedeeltelijk waar, je bent nl. op verlof. Dat is iets heel anders dan vakantie. Als jullie in Nederland op vakantie gaan kun je uitrusten en heb je verder weinig dingen aan je hoofd. Maar als je op verlof bent moet je achter bankzaken aan, je verzekeringen doornemen en misschien veranderen, je in het buitenland geboren kinderen moeten op het gemeentehuis en op scholen geregistreerd worden, je paspoort en rijbewijs moeten worden verlengd, en vooral ook, je moet op bezoek bij familie, vrienden en bekenden. Ik heb zelf in mijn jeugd maar één van mijn grootouders gekend. Wij wilden dat onze kinderen zo lang mogelijk hun vier grootouders leerden kennen, en van hun kant, dat die grootouders van hun kleinkinderen konden genieten. Ook al omdat alle vier opa’s en oma’s heel oud werden, zijn we in die opzet prima geslaagd. Maar het kostte wel tijd! En niet te vergeten, in Nederland ging je vooral ook steeds op bezoek bij mensen die dierbaren verloren hadden in dat jaar dat je weg was. Uitstekend om daar tijd voor vrij te maken en je medeleven te betonen, maar alweer: het kostte wel tijd.

Ik heb wel eens verzucht dat ik na die weken verlof, heel erg aan vakantie toe was.

Maar tegenwoordig zit ik in een heel andere situatie. Sinds een jaar ben ik gepensioneerd en niet gebonden aan een datum waarop ik terug moet zijn. Hoe lang zal ik dit keer blijven? Aan de ene kant hou ik van Nederland, en van mijn familie, van mijn vrienden en bekenden. Aan de andere kant lokt de zon en het warme weer, met name in Uganda. Het was fijn hier te zijn bij een paar familie festiviteiten, en ik heb genoten op de reünie van Wageningse studenten die in 1969 (50 jaar geleden…) daar aan de studie begonnen. Maar nu weet ik niet of ik tot de kerst in Nederland zal blijven, of dat ik al weer vrij snel terug ga. Moeilijke beslissing hoor!

Wat mis ik het meest als ik in Nederland ben? Afgezien van het warme weer en de heerlijke chaos van het ongeregelde leven, mis ik weinig. Wel ben en blijf ik Nederlander. Vooral ben ik blij dat wij Nederlanders ons over het algemeen goed aan onze afspraken houden. In Uganda mag je niet mopperen als gasten drie kwartier, of veel later, aankomen; ze zijn er nu toch? ‘s Lands wijs – ‘s lands eer! Ik weet niet of het waar gebeurd is, maar in ieder geval is het een leuk verhaal: een buitenlander baalde er zo van dat hij steeds moest wachten op Ugandezen, dat hij bij de volgende uitnodiging iedereen die op tijd zou zijn 10 dollar beloofde. Dat kostte hem 150 dollar: alle 15 genodigden waren ruim op tijd, niet één uitgezonderd. Konklusie: zijn Ugandezen slecht in tijd managen? Haha! Vergeet het maar: ze zijn uitstekend in geld managen.

Toch zijn er een paar dingen zijn die ik bepaald niet mis. Dat zijn het het gevaarlijke verkeer, en de elektriciteits storingen, doorgaans voor een paar uur, maar zo eens per twee of drie maand ook wel voor een paar dagen. Je went er aan, maar toch: leuk is anders. Maar het meest van al mis ik niet dat ik daar altijd en overal een uitzondering ben. Ik ben en blijf die blanke meneer tussen allemaal niet – blanken. Daar heb je in Nederland geen last van, hier kan ik gewoon onopvallend over straat lopen. Een verademing! Daarom ook voelt het als “thuiskomen” voor mij om even terug te zijn in Nederland, en natuurlijk, speciaal (misdadigers keren immers altijd terug naar de plaats van misdrijf): terug in Dalfsen!

Vragen? (Niet) mee eens? Kommentaar? Reakties zoals altijd meer dan welkom! Bij: frederikprins14@gmail.com

Artikel delen: