Vervolg: corona in Uganda

MARSHOEK – UGANDA – Vervolg: corona in Uganda, geschreven door de in Dalfsen geboren Frederik Prins: Versoepeling van corona maatregelen in Uganda (en Oost Afrika) Ook in Uganda neemt de druk op de regering toe om de corona maatregelen te versoepelen.

 

Maar anders dan in Nederland stijgt het aantal besmettingen nog steeds. Amper een maand geleden ging het in heel Uganda van 25 naar 30, 35 en 50, ondertussen zijn er bijna duizend gevallen bekend. Godzijdank en nauwelijks te geloven in een land waar de gezondheidszorg, en de gezondheid van de mensen in het algemeen veel slechter is dan in Nederland: nog steeds geen enkele dode. De schuld wordt – hoe kan het anders – vooral toegeschreven aan buitenlandse vrachtwagen chauffeurs: vanuit zeehavens in Tanzania en vooral Kenya komen en gaan dagelijks zo’n 3.000 vrachtwagens Uganda in en uit, in mindere maar nog steeds omvangrijke mate op doortocht naar Rwanda en Zuid Sudan. Surprise surprise, blijkbaar moest er een corona crisis aan te pas komen om de regering (en de oppositie, die had ik er ook nog nooit over gehoord): opeens heeft de regering in de gaten dat vervoer per spoorlijn veel goedkoper is dan over de weg. Alleen vergt de aanleg van spoorlijnen veel geld; daarvoor worden nu grote internationale instellingen benaderd. Uganda met de pet in de hand; een vertrouwd beeld…..

Maar: weliswaar geen corona dode in Uganda (tot nog toe, zeg ik er steeds bij), maar des te meer doden als gevolg van de corona maatregelen. Schrijnende gevallen van mensen die na de avondklok niet meer het ziekenhuis kunnen bereiken en sterven onderweg. Ook schiet de politie geregeld met scherp op bijv. taxi – motorrijders (“boda boda’s”) die na het ingaan van de avondklok te laat thuiskomen na het afleveren van een klant, en proberen de politie te snel af te zijn. Enerzijds moet je daar begrip voor opbrengen: criminaliteit is extreem hoog in Uganda, en misdadigers proberen ‘s nachts hun slag te slaan. Maar ook: agenten kunnen wel een extra zakcentje gebruiken, dus moet je stevig dokken aan Oom Agent, die de boete bij voorkeur in eigen zak stopt, als je je motorfiets wilt houden of terugkrijgen (dat “boda” komt van “border” = grens; kort na de onafhankelijkheid werd er veel gesmokkeld met buurlanden, in kleine hoeveelheden, op fietsen: vrijwel ongrijpbaar voor de douane en politie). Politieagenten, soldaten en para-militairen in Uganda zijn “gun happy”, die eerst schieten en dan pas vragen stellen. Want Uganda mag dan een prachtig land lijken met een aangenaam klimaat en vriendelijke mensen, het is tegelijk één van de onveiligste landen waar ik ooit heb gewerkt. Helemaal in-triest is het verhaal van die boda boda die diverse keren op het politiebureau smeekte om zijn motorfiets terug te krijgen zonder een hoge boete te betalen, omgerekend een dikke 50 Euro. Uit wanhoop heeft hij zichzelf ter plekke met benzene overgoten en in de fik gestoken. Hij heeft het niet overleefd. Zoals dat tegenwoordig gaat – zie ook het tragische geval in de USA waar de zwarte George Floyd de dood in werd gemarteld door een blanke politieagent – werd ook hier dat verschrikkelijke tafereel op een mobiele telefoon opgenomen, en later herhaaldelijk op tv vertoond. Gelukkig heb ik beide “incidenten” niet gezien; maar dat wil niet zeggen dat ik niet gechoqueerd ben.

Ondertussen werkt het openbaar vervoer weer, zij het alleen overdag. De avondklok van 7 uur ‘s avonds tot half 7 ‘s ochtends is nog steeds van kracht. Voor mij maakt het niet veel uit, ik heb ‘s avonds toch al weinig te zoeken op straat. En ‘s nachts slaap ik het liefst. Alleen moet ik het avondeten “op Nederlandse tijd” eten (ik heb geen keuken, moet dus altijd – goedkoop – buiten de deur eten) om op tijd weer binnen te zijn. Ik had de Afrikaanse gewoonte overgenomen om later te eten. Er zijn beroerdere dingen!

Vorige week moest ik voor het verlengen van mijn visum naar het Immigration Office in Mbale, op 110 km. van Soroti. De bussen hielden zich redelijk aan de opdracht van allemaal een mondkapje voor, en de bus niet meer dan halfvol. Alleen viel het me op dat in Mbale de regel van iedereen op straat een mondkapje voor nog minder nageleefd werd dan in Soroti: hier naar schatting minder dan 25%, daar wellicht amper 10%. Maar de meeste winkels zijn weer open, de markten ook, economisch bedrijvigheid begint weer te leven. Bij wijze van uitzondering landen en (voor mij veel belangrijker!) vertrekken er weer een paar vliegtuigen van Entebbe Airport. Alleen bars, kerken en moskeeën blijven gesloten.

Over kerken gesproken. In bijna – buurland Burundi was president Pierre Nkurunziza bijna 15 jaar aan het bewind. Zoals zo vaak, in het begin gewaardeerd, later verguisd, vooral omdat democratie en mensenrechten meer met de mond werden beleden dan in praktijk gebracht. Hij beweerde dat je met bidden het corona virus buiten het land kon houden. Hij overleed vorige maand, in dit soort landen zijn ze daar niet open over, maar vrijwel zeker aan corona. Toch zegt John Magufuli, president van Tanzania, nog steeds hetzelfde. Om me – tegen mijn gewoonte in – eens diplomatiek uit te drukken: ik heb grote moeite met dat soort praatjesmakerij. Niet verwonderlijk: in Tanzania zijn relatief veel meer corona gevallen dan in o.a. Kenya en Uganda.

Over een ander buurland: vorige week vierde Congo (“de Democratisch Republiek”) dat het 60 jaar onafhankelijk is van België. Koning Philippe daar bood z’n excuses aan voor de wandaden die onder leiding van zijn voorvaderen, vooral Leopold II, daar zijn gepleegd. Grote Klasse, mijn bewondering! Maar heel opvallend: DRC president Felix Tshisekedui somde in zijn toespraak sombere ontwikkelingen op van de laatste 60 jaar: gemiddeld zijn de Congolezen 60% armer dan toen; van het wegennet in 1960 is nog maar 10% over en van het spoor netwerk nog 20%. Dat zijn verontrustende getallen! De koloniale mogendheden hebben er een zooi van gemaakt, het kleine België voorop, maar Nederland niet veel minder slecht. En laten we eerlijk toegeven dat onze “ontwikkelingshulp” vaak veel minder dan gewenst heeft geholpen. Maar eerlijk is eerlijk, na 60 jaar kun je België niet verantwoordelijk houden voor àlle ellende in de DRC. Als leiders van ontwikkelingslanden, zoals de huidige president van Congo, nou ook eens met z’n allen aan kritische zelf-reflectie zouden doen, dan konden we elkaar misschien helpen om geleidelijk aan uit de misère te raken. Om te beginnen door het corona virus in te dammen!

Reakties blijven, als altijd, zeer welkom bij frederikprins14@gmail.com

 

Ik kreege pasgeleen van een olde klasgenoot van de legere schoole, en van een 2 joar jonger ventie, leuke reakties. Doar bin’k hastikke bli’j mee!

Grote Groet, Freek

Ken je Freek nog van vroeger, stuur hem eens een berichtje, hij vindt dat prachtig, temeer om dat hij zo ver weg zit van Dalfsen.

Artikel delen: